Geen Belet?! op bezoek in het jongste kasteel van de regio

Destelbergen mogen we gerust een kastelenregio noemen. Elk van de twintig kastelen draagt zijn eigen verhaal. In 1983 trokken de gemeentediensten van Destelbergen in het kasteel Van Acker. Marc Imschoot (67) maakte de verhuis van nabij mee. De renovatiedossiers belandden op zijn bureau. Hij was de schakel tussen architect, aannemer en bestuur.

Het jongste kasteel in de regio

Sinds 7 jaar geniet ik van mijn pensioen. Ik werkte 40 jaar op de dienst Openbare Werken, laatst als bureauchef. In 1983 verhuisden we alle gemeentediensten naar dit prachtige kasteel. Wist je dat dit het jongste kasteel van Destelbergen is ?

 

Witte blokken Euvillesteen met paard en kar tot hier gebracht

In 1898 kochten toenmalig burgemeester Theophiel Libbrecht en zijn vrouw dit domein. Er stond een bescheiden en verouderd landgoed op dat meteen werd gesloopt. Het koppel nam in 1913 architect Jozef De Bosscher uit Heusden onder de arm voor de bouw van een kasteel met monumentale allures. De Bosscher liet het kasteel optrekken in neo – Lodewijk XVI – stijl.  Voor de bouw werden grote, witte blokken Euvillesteen met paard en kar tot hier gebracht.

De binnenkant werd helaas niet volledig afgewerkt door het overlijden van Louise Soupart, de vrouw van Theophiel, maar ook door de Eerste Wereldoorlog die in de zomer uitbrak. Na die oorlog werden in Europa geen kastelen meer gebouwd, wegens de hoge onkosten van het dienstpersoneel die instonden voor het onderhoud van gebouw en park. Misschien is het kasteel Van Acker daarom  wel het jongste kasteel van Europa als je die redenering doortrekt?

In de winter bijzonder ijskoud

De kinderen van Theophiel verkochten in 1923 het nog steeds onbewoonde en onafgewerkte kasteel aan textielfabrikant Max Van Acker. Samen met zijn vrouw en vier dochters woonde hij er tot 1967. Ik heb één van de dochters nog horen vertellen dat ze het hier in de winter ijskoud hadden. Telkens hun vader de deur uit was, draaiden ze de verwarming een graadje hoger.

In de volksmond wordt het kasteel nog steeds Van Acker genoemd. Toch zie je aan de buitenzijde op verschillende plaatsen de initialen LS terugkomen. Die staan voor Libbrecht – Soupart, de oorspronkelijke bouwheren.

Na het overlijden van hun ouders zochten de vier gehuwde dochters Van Acker een koper voor het domein. De gemeente rook onraad. Er werd gevreesd dat ze dit prachtige, centraal gelegen domein net ten westen van de parochiekerk aan een projectontwikkelaar zouden verkopen. De gemeente liet een Bijzonder Plan van Aanleg opmaken waarbij het domein als openbaar nut werd ingekleurd.

In 1975 werd het 5 hectare grote domein met het kasteel Van Acker door de gemeente gekocht voor 14 miljoen Belgische frank (347 051 euro, red.).

Er was veel werk aan. Het stond immers al sinds 1967 leeg.  Vele waardevolle elementen waren verdwenen. De bijgebouwen en paardenstallen aan de straatkant lieten we afbreken. De kostprijs voor de restauratie bedroeg 20 miljoen Belgische frank (495 787 euro, red.).  Ik volgde de administratieve kant van de renovatiedossiers op, als doorgeefluik naar mijn bestuur. Het duurde tot 1983 voor we hier konden intrekken. Ondertussen was Destelbergen gefuseerd met Heusden.

De dagen van verhuis herinner ik me nog levendig. Voordien zaten we klein behuisd. Hier was het altijd wel zoeken naar een evenwicht in hoeverre we de lokalen zo konden inrichten dat we het erfgoed niet verstoorden en toch aangenaam zouden werken.

 

De mooiste plek

De mooiste plek in het kasteel? Dat moet de monumentale traphal zijn. Aan de muur hangen historische foto’s van vroegere burgemeesters. De kelders met zijn ribgewelven vind ik ook indrukwekkend.  Daar bevinden zich de archieven en een heemkundig museum dat nu voor onbepaalde tijd gesloten is wegens de coronacrisis.

Ik vond dit een heel speciale werkplek. Je geraakt er na verloop van tijd ook wel aan gewend. Je vergroeit zodanig met het gebouw dat je het erfgoed niet meer opmerkt. Nu ik op pensioen ben, verdiep ik me van tijd tot tijd wel eens in de lokale kastelengeschiedenis en zijn bewoners. Zo schreef ik al een artikel over de kastelen Crabbenburg en Succa.

 

(c) Marijn Follebout – Verrassingen om de hoek