Imkeren

Erfgoedpaspoort

Naam: Prof. Em. Frans Jacobs, Maurice De Waele

Woonplaats: Oosterzele

Passie: imkeren

Type immaterieel erfgoed: natuur & landbouw

Toekomstdroom: ‘Dat we mensen kunnen blijven bewustmaken van het feit dat bijen echt nodig zijn in de natuur.’


Wat bezielt Frans en Maurice?

Wie zijn jullie?

Frans: Ik ben Frans Jacobs, prof. Em. dierenfysiologie aan de UGent. Tot 2000 was ik voorzitter van de Koninklijke Vlaamse imkersbond (KONVIB). Sinds 1963 ben ik secretaris van de afdeling Merksplas in de Noorderkempen. Ik was 13-14 jaar toen ik startte met imkeren.

Maurice: Ik ben Maurice De Waele, voorzitter van de Biemansgilde Zottegem; secretaris, penningmeester van de Koninklijke Oost-Vlaamse Imkersvereniging. Nationaal zit ik ook in de raad van bestuur van KONVIB. Ik ben imker sinds 1973.

Jullie fascinatie voor bijen en het imkeren, hoe is die ooit begonnen?

M: Voor mij is dat gestart met één van mijn zussen. Ze deed een thesis en doctoraat over bijen bij Frans en bracht de interesse voor bijen zo binnen in de familie. Zowel mijn vader als ik gingen al snel overstag. Zelf studeerde ik chemie.

F: Ook bij mij komt die interesse er door de familie. Via mijn vader en nonkel. Altijd als we daar op bezoek kwamen, moesten we ‘een keer naar de bieën gaan kijken’. Mijn nonkel was toen voorzitter van Merksplas en zo kwam ik als jonge gast ook bij de vereniging. Toen ik in de jaren ’70 in Gent biologie ging studeren, vond ik lokaal aansluiting bij de Oost-Vlaamse imkervereniging.

En zo hebben jullie elkaar ook ontmoet?

F: Ja, in de jaren ’70-’80 groeide er een soort studiekring in Oost-Vlaanderen. Een pracht van een samenwerking tussen het wetenschappelijke en de praktijk. Ik werkte op de universiteit en deed er onderzoek naar parasitaire bijenziekten. Zo’n drie keer per jaar gingen we bij elkaar op bezoek vanuit een wederzijdse interesse, voor gesprekken over wat ik deed, wat zij deden. Praktisch heb ik zo enorm veel geleerd van hen. Zaken die ik dan kon meenemen in mijn wetenschappelijk werk, en vice versa. Dat was een fantastische tijd.

Wat boeit jullie zo aan het imkeren?

F: Imkeren betekent zoveel als het houden van bijen. Het plezante daaraan is dat je er zo weinig of net zo veel mee kunt bezig zijn als je zelf wilt. Je kan als het ware, zonder kennis, gewoon bijenkasten zetten en de bijen observeren. Maar je kan er ook ver in gaan en je zelfs verliezen in de kennis.

M: Ja, persoonlijk vind ik het leuke aan imkeren dat hoe meer je het gedrag van de bijen kent, hoe beter je hun gedrag ook kan bepalen. En zo zelfs impact kan hebben op het nakomelingschap. Je kan bv met één kast tot 20-30 nakomelingen maken, maar dan moet je er dagdagelijks mee bezig zijn. Dat is kennis die je na paar jaar al doende opbouwt.

F: Wat ook fijn is, is dat de interesse in de bijen alle lagen van de bevolking overstijgt. Vroeger hielden bij wijze van spreken de schrijnwerkers, pastoors en onderwijzers bijen. De schrijnmaker maakte de kasten, en de anderen hadden tijd. Nu zijn bij de verenigingen mensen aangesloten met heel veel verschillende achtergronden. Van een timmerman, loodgieter tot notaris … Ze doen het vanuit interesse, of om de bijen te helpen. Het ís ook uitdagend en overweldigend, als je plots dertig-, veertigduizend bijen ziet. Imkeren is gewoon magisch.

Wat zijn dan zo zaken waar je kennis rond kan opbouwen?

M: Het gedrag van de bijen, de cyclussen, wat doet een koningin en hoe lang leeft ze, hoe maken bijen honing, hoe oogst je de honing, ziektes, de relatie met de planten … En bv over de bijenwoning: wat is er te zien als je een kast opendoet? Daar kan je belangrijke zaken uit afleiden. Er komt veel bij kijken en alles blijft evolueren. Wij volmaken ons nog alle dagen.

F: Als er ergens iets verschijnt, wordt dat gelezen en besproken. Over nieuwe technieken, nieuwe soorten kasten, ziektes … Ik ben sinds 2012 op pensioen, maar ben er nog steeds mee bezig. Dat laat je niet los hé.

Raden jullie dan toch aan iets van les te volgen?

F: Het hoeft niet, maar een opleiding volgen, is wel interessant. Of toch zeker iemand in de buurt hebben om vragen aan te kunnen stellen. Een soort ‘peter’ of vereniging waarbij je terecht kan. Er komen zoveel onverwachte zaken op je pad als je het echt opvolgt. Zo kunnen er bv. plots veel dode bijen liggen. Dan zullen wij elkaar bellen en samen naar de oorzaak op zoek gaan.

M: Ja, je kan ons wat zien als ‘bewakers’ van de natuur. Als er in de natuur iets vervuild of giftig aanwezig is, dan kunnen wij dat detecteren adhv het gedrag van de bijen.

Waar kan je een opleiding volgen?

De opleiding tot imker zit vervat in het onderwijskader van het naschools landbouwonderwijs. De aangeboden vormingen en cursussen worden gesubsidieerd vanuit landbouw en Europa. Afhankelijk hoe gespecialiseerd de cursussen zijn, worden ze op provinciaal of Vlaams niveau gegeven. Bart Vermeir is hiervoor de Oost-Vlaamse verantwoordelijke en voor de algemene KONVIB (Koninklijke Vlaamse imkersbond). Daarnaast bieden we vanuit de KONVIB en provinciale afdelingen ook basisvormingen aan.

Naast opleidingen organiseren we met KONVIB ook congressen. In het verleden werden ook al tentoonstellingen opgezet, bv ism Plankendael, samenwerkingen met opleidingen (o.a. Sint-Lucas architectuuropleiding) etc. De meeste verenigingen organiseren ook een ‘voorjaarscontrole’. Dan wordt bij iemand thuis de praktijk getoond. Hoe doe je een controle van de bijen, of behandel je ziektes als bv varroa etc.

Hoe is het algemeen met het imkeren in Vlaanderen gesteld?

F: In Vlaanderen zijn er momenteel vijf- à zesduizend imkers. Vierduizend daarvan zijn aangesloten bij de Koninklijke Vlaamse Imkerbond en de 120-tal lokale afdelingen. In Oost-Vlaanderen zijn er momenteel een 760-tal lid van de Koninklijke Vlaamse imkerbond. Maar daar zitten ook lokale besturen e.d. bij, die dus niet zelf actief imkeren.

M: De voorbije 10 jaar zie je wel een daling. Er zijn afdelingen waar voorzitters stoppen en er helaas geen opvolging is. Corona heeft daar ook geen goed aan gedaan.

Sinds vorig jaar heeft Scheldewindeke (Oosterzele) een Bijenhal. Wat is dat?

M: Ja, de bijenhal is een educatief centrum in Scheldewindeke, een samenwerking tussen het lokaal bestuur en ons. We geven er met lokale imkers uitleg over bijen en imkeren. Het is een mooi resultaat dat voortvloeit uit eerdere initiatieven. Toen we jaren terug een cursus gaven in de bib bleek de interesse bij de Oosterzelenaren groot. Ook bleken de lokale politiek en het bestuur oren te hebben naar het diploma van Bijenvriendelijke gemeente. Zo is de bal aan het rollen gegaan, wat uiteindelijk resulteerde in dit gezamenlijk initiatief.

Ik zou het graag nog even hebben over de toekomst van de bijenteelt, staat die volgens jullie voor uitdagingen?

F: De bijenteelt zelf zal niet verdwijnen. Het enige wat we moeten leren, is dat een bepaalde oppervlakte, maar een bepaalde draagkracht heeft. Te veel bijen op één plek, dat zorgt ervoor dat de bijen verhongeren. Ze hebben een drachtgebied nodig. Idealiter heeft niet één iemand op één plek honderd kasten, maar imkeren meer mensen kleinschalig en is er meer spreiding. Tot in de steden.

M: Ja, we zeggen dat ook in de beginnerscursus: begin met max. 2 kasten en hou er niet meer dan 5. Bekijk of het werkt en grijp in indien nodig.

F: Daarnaast komen er ook parasieten en ziekten uit andere landen op ons af, denk bv. aan de kleine kastkever. En de klimatologische omstandigheden hebben een impact, niet in het minst op de trots van de imker: de honingproductie. Is de lucht niet droog genoeg is, het weer te nat en koud, dan droogt ook de honing onvoldoende.

Ik denk tot slot ook aan het feit dat het utilitaire wat verdwenen is bij imkeren. Honing was vroeger hét zoetmiddel in de keuken. En bijenwas was in de jaren 1900 de basis van straatlampen en kandelaars. Of denk aan de kaasrand. Dat was allemaal bijenwas. Enkel in het kader van kunst, met de verloren wastechniek, is was nu nog in trek. Al moeten we zeggen dat bijvoorbeeld honing nu wel weer een opmars kent in de keuken. Met je eigen honing werken, dat blijft toch speciaal.

Als afsluiter, hebben jullie nog een droom of wens in verband met imkeren?

F: Uhm, ik denk dat het heel belangrijk is om dingen zoals de Bijenhal hier in Oosterzele te blijven realiseren om het imkeren onder de aandacht te houden. En verder hoop ik dat mensen, waaronder imkers, bij elkaar over de vloer blijven komen en kennis uitwisselen.

M: Ik wens dat we mensen kunnen blijven bewustmaken van het feit dat bijen echt nodig zijn in de natuur.


Meer info