Eva en Marieke – Meerstraat 22

De weergoden zijn ons goed gezind. De dag van onze ontmoeting staat er een zalig zonnetje aan de hemel, en dit na weken van regen. Julien en Christiane komen gezwind boven gefietst, maar geven het grif toe: de weg naar nr. 22 is toch een pittig klimmetje. We worden verwacht in de ‘home’, of het voormalig rusthuis. De ‘home’ is gelegen tegen de flanken van het Betsbergbos en dat voel je in de benen.

De huidige oudste bewoner kijkt ons nieuwsgierig aan. Ze heeft vier poten en luistert naar de naam Lima. Onder de oude ceder en de al even indrukwekkende magnolia wachten Marieke, Eva, Diede, Carmine en Max ons op.

Onze-Lieve-Vrouw-ter veldbloemen

Julien: “Deze plek is voor ons niet onbekend. Toen de Meerstraatvrienden nog bestonden, gingen we rond Sinterklaas altijd op bezoek in het rusthuis. Met de opbrengst van de kermis kochten we dan enkele lekkernijen voor de bewoners, die we met de nodige ambiance uitdeelden. We werden altijd heel enthousiast ontvangen, de mensen keken echt uit naar de jaarlijkse komst van de Sint. “

Vanaf de jaren 1970 tot 2019 was hier een rusthuis gevestigd. Een veertig personen genoot van een zorgeloze oude dag, onder leiding van enkele zusters. Op 8 mei 2019 verhuisden de 48 bewoners naar het nieuwbouwproject “Groot Bewijk” in het centrum van Oosterzele en kwam de site leeg te staan.

Meerstraters sinds 2020

Net in die periode waren Marieke en Eva op zoek naar een nieuwe stek. Liefst eentje met wat plaats voor creatieve ateliers en een grote uitgeruste keuken omdat Eva heel graag kookt. Hun oog viel op deze site, die op het jaar dat het leegstond al heel wat te lijden had gehad van vandalisme.

De overeenkomst met het bisdom was snel rond en zo konden ze in oktober 2020 hun intrek nemen in de ‘home’. Vandaag zouden we het benoemen als een win-win situatie, maar Diede haar oma gebruikte hiervoor een ander woord: mangelen. In het dialect betekent het elkaar helpen, iets ruilen met elkaar of iemand een wederdienst bewijzen. Julien herkent het woord direct en glimlacht. Het woord werd in zijn jeugdjaren veel gebruikt maar is ondertussen uit onze woordenschat verdwenen.

Meerstraatkoers

Marieke: “Wij hebben nog nooit gehoord van de Meerstraatkermis. We zijn dan ook niet van de buurt. Toen we hier kwamen wonen, kenden we niemand in de Meerstraat. Ons initiatief om de buren uit te nodigen voor een kennismaking werd dan ook nog eens gedwarsboomd door de uitbraak van corona. “

Vriendin des huizes Diede vult aan: “Die koers tijdens de kermis, was dat dan in de straat? Om ter snelst van het begin naar het einde van de Meerstraat?”.

Christiane verduidelijkt: “Alhoewel dat ook nog een leuk idee zou zijn geweest, was de koerswedstrijd net iets langer, een goede 120 km. Vandaag zou het al niet meer mogelijk zijn om een koers te aankomen in de Meerstraat. Met alle wegversmallingen in de straat zou het heel gevaarlijk zijn.”

Wandelaars

Ondanks het feit dat ze hier niemand kenden, zijn er ondertussen toch wel al een aantal bekende gezichten in de Meerstraat.

Marieke: “Net voor onze deur loopt er een wandelweg (nvdr. de home ligt op het parcours van de Bunkerwandeling). We zien dan ook heel wat mensen passeren. Sommige mensen kennen we ondertussen al wat beter, we maken dan ook graag een praatje met de vaste passanten.”

Bunkers

Het valt de bewoners op dat er in de buurt heel wat bunkers zijn. Wellicht zoals veel nieuwe en hoofdzakelijk jonge inwoners in de Meerstraat weten ze niet precies uit welke periode ze dateren of waarvoor ze gediend hebben.

Julien: “Voor onze generatie is dat anders natuurlijk. We hebben het nooit anders geweten en we kenden de verhalen uit de oorlog. Als kind gingen we regelmatig spelen bij de bunkers, toen kon je er zonder problemen nog op en in. Er was zelfs één plek in de buurt vanwaar je maar liefst 11 bunkers met het blote oog kon tellen. “

Mijn leukste Meerstraat anekdote

Max: “Wij hebben hier kippen en een haan. Ze doen niets liever dan vrij rondscharrelen en komen dan ook al graag eens in de moestuin, die zich aan de overkant van het pad bevindt. Vorig jaar waren we binnen toen we plots heel veel kabaal hoorden. Tegen de tijd dat we buiten waren, was er niets of niemand meer te zien. Wel zagen we onze dode haan liggen. We vermoeden dat de hond van een wandelaar de haan heeft doodgebeten en zich daarna snel uit de voeten heeft gemaakt.

De volgende vraag was wat te doen met dit dier. Het was een krielhaantje, dus letterlijk en figuurlijk niet veel soeps om op te eten. Tijdens mijn wandelingen in de omgeving was ik eens langs een vossenhol gepasseerd. Zo ontstond het idee om niets verloren te laten gaan en zijn we de dode haan aan het vossenhol gaan leggen. De volgende dag zagen we dat de vos ons geschenk aanvaard had, want er restten enkel maar nog wat pluimen. “

Diede: “Op deze manier hadden we een pact gesloten met de vos. Wij gaven hem dit offer en in ruil liet hij onze andere kippen met rust. En tot op de dag van vandaag is er inderdaad een goede samenwerking met de vos.” (knipoogt).

Wij geven de Meerstraatvaas graag door aan … Didier, Meerstraat 24

> Terug naar het overzicht