Linda zag eens pruimen hangen …
Stiekem overhangende pruimen proberen plukken door op het zadel van je fiets te staan, leren autorijden op het veld na het binnenhalen van de oogst, onderweg naar de markt door een onoplettendheid in de gracht vallen …
De kinderen uit de Meerstraat beleefden in de vorige eeuw een zorgeloze jeugd. Ze konden ravotten, vrij spelen op straat en elkaar ontmoeten.
Van generatie op generatie
Vele generaties bleven in de Meerstraat wonen. Kinderen bouwden naast hun ouders. Dat kon en was eigen aan de ruimtelijke ordening in de jaren 1950 en 1960. Je kon zomaar een stukje ‘bouwgrond’ creëren.
De familiebanden zorgden voor een grote samenhorigheid en heel wat bijnamen: de ‘De Roo’s’ – met o.a. Tjolie Tuut, familie ‘van ’t gebeente’ (Triene, Klara, Margriet Tab – naar hun zeer slanke gestaltes), Albert ’t Schrijn (Wymeersch) …
Familie is ook …
Er waren ook andere ‘familie’vormen in de straat. Vanaf de jaren 1970 tot 2019 was er een woonzorgcentrum gevestigd (O.-L.-Vrouw-Ter Veldbloem). Een veertigtal personen genoot van een rustige oude dag, onder begeleiding van enkele zusters. In 2019 verhuisden de bewoners naar het nieuwbouwproject ‘Groot Bewijk’ in het centrum van Oosterzele.
Verder op de Betsberg woonde vroeger een groep jonge kinderen. Vrijwilligers, waaronder Alice, vingen hen op en gaven hen een warme nieuwe thuis. Ook vandaag is de locatie een opvanghuis voor jongeren.
Op café, daar sport je, toch?!
Wou je vroeger vrienden ontmoeten, dan ging je op café en speelde je samen een spel. Elk café had zijn eigen ‘specialiteit’. Zo kon je schietstuiveren, krulbollen, schieten op de liggende wip … Voor WO II telde de Meerstraat wel acht cafés! Meestal combineerde de uitbater zijn café nog met een andere ‘commerce’, zoals beenhouwerij of kruidenierswinkel. Een succesvol café was ‘café Astrid’. Een van de zeven dochters van de uitbaters leek heel goed op koningin Astrid, vandaar deze bijnaam. De beste omzet? Die draaide het café naar het schijnt wanneer de dochters meehielpen …